Maten in een (burgerlijke) maatschap zijn op andere wijze aansprakelijk voor zakelijke schulden dan vennoten in een v.o.f. Maten/vennoten zijn niet aansprakelijk voor een privéschuld van een andere maat/ compagnon. Zowel bij maatschap als bij v.o.f. is dus van belang of er sprake is van een vennootsschapsschuld of een privéschuld. In de praktijk ontstaat vaak discussie over de vraag of de afzonderlijke partners/ vennoten/ compagnons wel namens de maatschap of v.o.f. een overeenkomst hebben gesloten. Daarvoor gelden specifieke regels.
Is er sprake van een vennootschapsschuld, dan geldt het volgende: de maten van een maatschap zijn jegens de wederpartij aansprakelijk voor gelijke som en gelijke delen (artikel 7A:1680 BW). Vennoten in een v.o.f. zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de volledige verbintenis (artikel 18 Wetboek van Koophandel).
Indien een maatschap met vier maten € 10.000,– aan een andere partij verschuldigd is kan de afzonderlijke maat slechts worden aangesproken tot betaling van € 2500,–. Uiteraard kan de schuld uit het maatschapsvermogen worden voldaan.
Indien een v.o.f. met vier vennoten € 10.000,– verschuldigd is kan zowel de v.o.f. als elke afzonderlijke vennoot worden aangesproken tot betaling van € 10.000,– . Wat al door de v.o.f. of een van de vennoten is of wordt betaald kan natuurlijk niet meer van de anderen worden gevorderd.
Het bovenstaande staat uiteraard los van de vraag hoe de schulden binnen een (burgerlijke) maatschap of v.o.f. intern worden verdeeld.
Hebt u vragen over maatschap of v.o.f. of een andere vraag over ondernemingsrecht of incasso?
Advocatenkantoor Both is van maandag tot en met vrijdag tot 21.00 uur telefonisch bereikbaar via telefoonnummer 020-30 30 200 (Amsterdam) of 030-30 30 059 (Utrecht). Ook kunt u een e-mail zenden aan both@advocaatboth.nl