Een kort geding is een procedure waarin de rechter zogeheten voorlopige voorzieningen treft. Klassieke voorbeelden van veroordelingen in kort geding zijn een publicatieverbod, een distributieverbod, een voorschot op een schadevergoeding door een verzekeraar of een bouwstop. Een kort geding wordt in het arbeidsrecht vaak door de werknemer ingesteld na bijvoorbeeld een ontslag op staande voet. Ook over een concurrentiebeding of relatiebeding wordt veel in kort geding geprocedeerd.
Het instellen van een kort geding kan ook als pressiemiddel dienen; vastgelopen overleg kan weer op gang worden gebracht. Voor een kort geding is wel een sterk dossier vereist. De eiser in kort geding zal de Voorzieningenrechter ervan moeten overtuigen dat de gevraagde veroordelingen ook in een bodemprocedure moeten worden toegewezen. Bijstand door een ervaren procesadvocaat is dus aan te raden. In zaken waarin de eisende partij spoedeisend belang heeft bij een veroordeling van de tegenpartij en niet de bodemprocedure kan afwachten, is een kort geding de aangewezen weg. De rechter zal altijd de belangen van beide partijen afwegen voor hij tot een oordeel komt.
Het spoedeisend belang van een werknemer bij een loonvordering in kort geding wordt door de rechter vrijwel automatisch aangenomen. Dat betekent natuurlijk nog niet dat een loonvordering in kort geding ook altijd wordt toegewezen.
Bent u gedagvaard in kort geding? Aarzel ook niet de mogelijkheden van het instellen van een tegenvordering met uw advocaat te bespreken. Voor een zitting in kort geding kan geen uitstel worden verkregen. Raadpleeg dus onmiddellijk een advocaat van Advocatenkantoor Both als u een kort geding wilt starten of een dagvaarding in kort geding ontvangt.
Zie ook: incasso-kort geding.